Anguilla is een eiland dat niet schreeuwt om aandacht. Geen hoge hotelketens, geen drukke cruisehavens, geen rijen excursiebussen. Wie hier aankomt, voelt het verschil meteen: de wind is zacht, het tempo ligt laag, en de zee lijkt stiller dan elders in de regio. Deze bescheiden eilandstaat in het noordoostelijke deel van het Caribisch gebied hoort officieel bij het Verenigd Koninkrijk en is daarmee een Brits overzees gebied. Maar wie denkt een miniatuurversie van Engeland te vinden, vergist zich. Anguilla heeft een eigen ritme, een eigen cultuur en een sfeer die eerder uitnodigt tot vertraging dan tot verkenning.
Met zijn lange stranden, lage begroeiing en koraalrijke kustlijn lijkt het eiland als vanzelf ontworpen voor ontspanning. De naam valt zelden in reisgidsen over de Caraïben, en juist dat maakt het aantrekkelijk voor wie rust zoekt. Toch heeft Anguilla genoeg meegemaakt om niet enkel als idyllisch paradijs door het leven te gaan. In 2017 kreeg het eiland een zware klap te verduren toen orkaan Irma aan land kwam en grote schade aanrichtte. Sindsdien is er veel hersteld, maar het besef van kwetsbaarheid is gebleven. Misschien is dat ook de kracht van Anguilla: dat het schoonheid combineert met bescheidenheid, en daarmee beklijft.