Bahama’s

Toerisme is veruit de belangrijkste bron van inkomsten op de Bahama’s. Het land is ingericht op bezoekers, maar voelt niet overal toeristisch aan. Wie aankomt op Nassau of Freeport, merkt direct de invloed van cruiseschepen, resorts en dagtrips. Er zijn stranden met ligbedden en bars, winkels voor juwelen en parfums, en excursies voor elke smaak. Toch hoef je niet ver te gaan om een andere kant van de Bahama’s te vinden.

Veel reizigers kiezen voor eilandhoppen, met korte vluchten of ferry’s tussen de grotere eilanden. Exuma is populair vanwege zijn helderblauwe baaien en natuurlijk de beroemde zwemmende varkentjes, die daar al jaren tussen de bootjes door peddelen en een attractie op zich zijn geworden. Andere eilanden zijn rustiger en minder bekend, zoals Eleuthera of Andros, waar het toerisme kleinschaliger is en de natuur meer ruimte krijgt.

De charme van de Bahama’s zit vaak in de details: een afgelegen strand zonder voetsporen, een visser die net zijn vangst binnenhaalt, een avond met alleen wind en water om je heen. Luxe en eenvoud gaan er hand in hand, en dat maakt het land geschikt voor zowel korte ontspanning als langere verkenning. Niet alles hoeft, en dat is precies de bedoeling.

De Bahama’s zijn een vaste halte op veel cruises die vertrekken vanuit Florida of andere havens aan de oostkust van de Verenigde Staten. Voor veel passagiers is het een korte onderbreking op zee, met één of twee dagen aan wal in plaatsen als Nassau of Freeport. De aanlegplaatsen liggen vaak dicht bij het centrum, waardoor je in korte tijd veel kunt zien of gewoon kunt ontspannen op een strand dichtbij.

Hoewel cruisetoerisme een belangrijke economische rol speelt, roept het ook gemengde gevoelens op. Op dagen dat er meerdere schepen binnenkomen, verandert de sfeer in de stad: drukker, sneller, en duidelijk gericht op dagtoeristen. Tegelijkertijd profiteren veel lokale ondernemers van deze stroom bezoekers, van marktverkopers tot gidsen en taxichauffeurs.

Sommige rederijen beschikken over een eigen privé-eiland in de Bahama’s. Daar draait alles om ontspanning aan het strand, vaak zonder contact met de lokale bevolking. Wie de tijd neemt om buiten die zones te kijken, ontdekt al snel dat de echte Bahama’s stiller, vriendelijker en veelzijdiger zijn dan het uitzicht vanaf het dek laat vermoeden.

Op Paradise Island, net voor de kust van Nassau, ligt het bekendste resort van de Bahama’s: Atlantis. Het opende in 1998 en was meteen een blikvanger, met zijn opvallende brugsuite, roze torens en een ontwerp dat gebaseerd is op de mythe van de verzonken stad. De architectuur is fantasierijk en overdadig, met aquariums, watervallen en zwembaden die het geheel iets sprookjesachtigs geven. Het resort is opgezet als een compleet vakantie-universum, inclusief winkelstraten, een jachthaven, een waterpark en een eigen strand.

Een overnachting in een van de goedkopere kamers begint rond de 300 dollar per nacht, maar wie in de beroemde Royal Bridge Suite wil slapen, moet rekenen op tienduizenden dollars per nacht. Voor veel bezoekers is een dagpas of korte wandeling door de open delen van het resort een goed alternatief. Vooral het enorme aquarium en het waterpark trekken ook dagjesmensen.

Atlantis kreeg later een tegenhanger in Dubai, waar een vergelijkbaar resort werd gebouwd aan het kunstmatige eiland The Palm. Ook daar draait het om luxe, spektakel en tropische fantasie. Toch blijft het oorspronkelijke Atlantis op de Bahama’s de versie waar het allemaal begon — en nog altijd een van de meest herkenbare plekken van het land.

De natuur op de Bahama’s is nauw verbonden met de zee. Het kraakheldere water herbergt koraalriffen, schildpadden, roggen en talloze vissen die tussen het zeegras schieten. Snorkelen of duiken is op veel plekken mogelijk, vaak al vanaf het strand. Ook boven water is het landschap opvallend: lage begroeiing, zandbanken die met het getij verdwijnen en duinen met struiken die het zand bijeenhouden.

Een van de opvallendste verschijnselen is een groep zwemmende varkentjes op Big Major Cay, een onbewoond eiland bij Exuma. Niemand weet precies hoe ze daar zijn gekomen, maar ze zijn inmiddels wereldberoemd. Ze zwemmen het ondiepe water in zodra er een boot nadert, op zoek naar eten of gewoon uit nieuwsgierigheid. Het is een vreemd gezicht, maar past wonderlijk goed bij de ontspannen sfeer van het eiland.

De Bahama’s bestaan uit meer dan zevenhonderd eilanden en nog veel meer ondiepe zandbanken. Slechts een klein deel is bewoond. De meeste reizigers komen aan op New Providence, waar ook de hoofdstad Nassau ligt. Hier vind je winkels, historische gebouwen, koloniale kerken en moderne resorts, vaak binnen wandelafstand van elkaar.

Grand Bahama is het tweede grote toeristeneiland, met stranden, markten en natuurgebieden. Verder naar het zuidoosten ligt de Exuma-archipel, met tientallen kleine eilanden, kraakhelder water en rustige baaien. Hier voelt het alsof je alleen op de wereld bent, op een boot, een strand of in een hangmat met zicht op niets dan blauw.

Op andere eilanden, zoals Eleuthera, Long Island of Andros, is het toerisme kleinschalig. Daar draait het om rust, lokale sfeer en natuur, niet om drukte of vermaak. Juist die spreiding maakt de Bahama’s geschikt voor verschillende soorten reizigers.