Fiji ligt in de blauwe Stille Oceaan ten noorden van Nieuw‑Zeeland. Het land telt ruim driehonderd eilanden waarvan er maar honderd bewoond zijn. Regenwouden bedekken de heuvels en in elk dorp klinkt het woord “bula” als begroeting. In 1643 zag de Nederlandse ontdekkingsreiziger Abel Tasman de archipel voor het eerst; ruim een eeuw later zette een Britse expeditie pas voet aan wal.
Het klimaat is tropisch met een droge en een natte fase. Van november tot april kunnen cyclonen langskomen, daarom verstevigen bewoners hun bure‑huisjes vooraf met bamboe en kokosvezel. Buiten die maanden waait een milde passaat die de lucht helder houdt en de zee rustig maakt voor veerboten en duikers. Kava‑ceremonies, rugby op een grasveld naast de kerk en vuur dansers bij zonsondergang laten zien hoe natuur, ritme en gemeenschap in Fiji samenvloeien.
De fantastische stranden hebben Fiji het imago van droombestemming bezorgd. Niet voor niets worden de eilandengroepen vaak gekozen als decor voor films en romantische trouwceremonies. Maar naast ontspanning aan zee heeft Fiji avonturiers ook veel te bieden. Wandelingen voeren door tropische wouden vol kleurrijke vogels naar verstopte watervallen en natuurlijke zwemvijvers. Onder water ontvouwt zich een wereld van fluorescerende vissen, rifhaaien en mantaroggen die elegant door het heldere water glijden.
De meeste reizigers arriveren op Viti Levu, het hoofdeiland met hoofdstad Suva, waar je markten vol tropisch fruit en specerijen kunt ontdekken. Culturele tradities komen tot leven in dorpen waar gastvrijheid vanzelfsprekend is en bezoekers vaak worden uitgenodig voor traditionele maaltijden en zang. Het kleinere eiland Vanua Levu biedt afgelegen baaien en ongerepte natuur, terwijl de Yasawa- en Mamanuca-eilanden bekendstaan om luxe resorts en idyllische stranden.