Georgië ligt in de Kaukasus, precies op de grens tussen Europa en Azië, waardoor het al eeuwenlang een strategisch kruispunt vormt van handel en cultuur. Deze unieke ligging geeft het land een bijzondere mix van Europese en Aziatische invloeden, wat terug te zien is in de architectuur, tradities en keuken. De hoofdstad Tbilisi is hiervan een uitstekend voorbeeld: een levendige stad waar historische kerken en moderne gebouwen naast elkaar staan en sfeervolle straatjes gevuld zijn met cafés en restaurants.
Hoewel Georgië geografisch gezien deels Aziatisch is, richt het zich politiek en cultureel vooral op Europa. Het land streeft al jaren naar nauwere samenwerking met de Europese Unie en beschouwt zichzelf duidelijk als Europees.
De Georgische natuur is indrukwekkend en gevarieerd, met hoge bergen, groene valleien en ongerepte bossen waarin grote carnivoren zoals de bruine beer en het uiterst zeldzame Kaukasische luipaard leven. Deze dieren symboliseren de wilde natuur die nog volop aanwezig is in Georgië.
Daarnaast is Georgië beroemd vanwege haar unieke wijncultuur, die teruggaat tot ruim 8000 jaar geleden. De traditionele methode om wijn te maken in aardewerken kruiken, zogenaamde qvevri, is door UNESCO erkend als cultureel erfgoed. Dankzij deze rijke wijntraditie, het bijzondere landschap en de gastvrijheid van de bevolking is Georgië een steeds geliefdere reisbestemming voor reizigers die op zoek zijn naar iets bijzonders.