Tsjechië is een republiek die ontstaan is na het uiteenvallen van het land Tsjecho-Slowakije op 1 januari 1993. De Tsjechische Republiek ligt in centraal Europa, ten oosten van Duitsland, ten noorden Oostenrijk en ten westen van Polen en Hongarije. Tsjechië behoort sinds 2004 tot de Europese Unie. Voor het uiteenvallen van Tsjecho-Slowakije is er een lange periode van communisme geweest. Na de Tweede Wereldoorlog vormden de Slowaakse Republiek en het Protectoraat Bohemen en Moravië samen de Derde Tsjecho-Slowaakse Republiek. In 1948 ontstond er na een staatsgreep een communistische dictatuur, waarbij het land zich aansloot tot het Oostblok. In 1960 veranderde de naam van het land in de Tsjecho-Slowaakse Socialistische Republiek. Dit bleef zo tot vlak na de Fluwelen Revolutie, waarbij er een eind kwam aan de alleenheerschappij van de communistische partij en de democratie zich weer kon herstellen.
Enkele jaren later verlieten zowel Tsjechië als Slowakije de opgeheven staat Tsjecho-Slowakije, waarna Tsjechië als zelfstandig land verder kon. Van alle landen uit het voormalig Oostblok heeft Tsjechië het snelste de koers ingezet richting een stabiele democratische economie, die goed aansluit bij West-Europa.
Daadkrachtig optreden van de overheid en veel steun vanuit de bevolking hebben ervoor gezorgd dat een voormalig communistische gebied in sneltreinvaart uit kon groeien tot een modern land waarbij de sporen van het communisme snel weggewist zijn. Niet verdwenen zijn de typische wijken met communistische hoogbouw, waar men in fantasieloze appartementen samenleefde. Wat je wel ziet, is dat deze wijken veelal kleur hebben gekregen, zowel letterlijk (door het schilderen van de flatgebouwen) als door het toevoegen van nieuwe winkelcentra, mooie parken en allerlei vormen van recreatie.